09 september 2012

De lange schaduw van Irapuato

Dinsdag bezoekt Oranje voor de tweede keer in anderhalf jaar  Boedapest voor een kwalificatiewedstrijd voor een groot toernooi (in dit geval het WK 2014 in Brazilie). Zoals altijd de laatste 26 jaar is iedereen hier in Hongarije weer optimistisch. 26 jaar: zo lang is het al geleden dat Hongarije zich voor een groot toernooi wist te plaatsen.26 jaar zijn er verstreken sinds het debacle van Irapuato.



 Irapuato is een stad in het midden van Mexico, en de plaats waar Hongarije op 2 Juni 1986 de eerste groepswedstrijd van het WK speelt. De tegenstander is de gehate Sovjetunie. De verwachtingen zijn hoog. Hongarije heeft zich ten koste van onder andere Nederland geplaatst (1-2 winst in Rotterdam en 0-1 verlies in het Népstadion toen plaatsing al een feit was) en is op de FIFA ranglijst op dat moment de hoogst geplaatste Europese ploeg. Eerder dat jaar heeft Hongarije in een vriendschappelijke wedstrijd Brazilie met 3-0 verslagen. Het team wordt zelfs genoemd als een van de geheime kanshebbers op de wereldtitel.

De klap
0-6 wordt het, het had ook 0-10 kunnen worden. Hongarije wordt volledig weggespeeld door het op Dinamo Kiev geente Sovjetteam. Vooral conditioneel zijn de Hongaren nergens. Irapuato wordt het synoniem van een trauma, dat voor Nederlanders wellicht het beste te vergelijken is met het verliezen van de WK finale in 1974.  Met dat verschil dat Hongarije de klap nooit te boven is gekomen.

Bergaf
Sinds Irapuato is het met het Hongaarse voetbal helaas alleen maar verder bergaf gegaan en sinds jaar en dag vragen de vele voetballiefhebbers die het land telt zich af hoe veel verder de sport nog kan wegzakken. De reden van de teloorgang is het verdwijnen van het socialistische systeem en de daaraan gepaarde financiering van het voetbal. Zoals overal in het voormalige Oostblok werd sport zwaar gesubsidieerd. Getalenteerde voetballers kregen een papieren baan bij het leger, de politie of de spoorwegen aangeboden om bij de aan deze instanties gelieerde clubs te kunnen spelen (Honvéd voor het leger, Újpest Dózsa voor het ministerie van binnenlandse zaken etc.). Met de ondergang van het socialisme kwam hieraan een einde, en moesten de clubs zichzelf bedruipen.

Geen visie, geen beleid
De chaotisch overgang naar de markteconomie in Hongarije is wellicht juist door het voetbal het best geillustreerd. Clubs kwamen in handen van 'nieuwrijke' geldschieters, werden doorverkocht, opgedeeld, veranderden van naam enzovoort enzovoort, maar het niveau van het voetbal daalde alleen maar verder. Jeugdopleidingen verdwenen en de reputatie van het voetbal is intussen dermate slecht dat veel kleine jongetjes er niet aan denken om te gaan voetballen. Hongaren zijn geneigd alles op geldgebrek af te schuiven. Natuurlijk valt niet te ontkennen het gebrek aan financiele middelen een reden is, maar nog belangrijker is dat er al meer dan 20 jaar geen spoor van beleid te herkennen is dat het voetbal er weer bovenop moet help.

 3,000 toeschouwers
Een wedstrijd van topclub MTK
Het niveau van de hoogste klasse, de NB I, is ronduit bedroevend. Gemiddeld zijn er nog geen 3,000 toeschouwers geinteresseerd in een wedstijd. Met name in Boedapest, waar vijf of zes clubs uit de hoogste klasse vandaan komen, is de belangstelling zeer gering. Bij een gewone wedstrijd van Ferencváros of Újpest (de twee populairste clubs van het land) zitten er nog geen 5,000 toeschouwers op de tribune. Het is zolangzamerhand een sensatie als een Hongaarse club zich weet te plaatsen voor de Champions- of Europa League. Meestal liggen alle clubs er rond half Augustus er alweer uit.

Snel naar het buitenland
De meest getalenteerde spelers vertrekken meestal snel naar het buitenland. Hongaarse voetballers zijn overal in Europa te vinden. Helaas zijn er maar weinig die op een basisplaats bij een club in een van de sterkere Europese competities kunnen bogen. Er is niemand met een basisplaats in de Premier League, de Primera Division of de Serie A.   

Het nationale team moet derhalve al te hoog worden aangeslagen. Het verhindert de Hongaren echter niet optimistisch te zijn, maar dat zijn ze al 26 jaar iedere twee jaar. Na de loting is iedereen optimistisch: dit keer maken we echt een kans om tweede in de groep te worden. De Hongaren doen er meestal alles aan om het speelschema zo gunstig moegelijk te laten zijn: eerste alle makkies (hoewel: Hongarije heeft in recente jaren verloren van landen als Malta en Cyprus) en grote landen thuis. Maar als de lastige uitwedstrijden komen is het verhaal meestal snel over. 

Lichtpuntjes
Er zijn een paar kleine lichtpuntjes. In de eerste plaats is daar de voetbalacademie, een beetje te vergelijken met de opleidingsinstituten van clubs als PSV in Nederland. De academie heeft al een aantal goede spelers opgeleid. Op het WK voor spelers onder 20 jaar in 2009 werd het Hongaarse team, waarvan veel spelers aan de academie waren opgeleid, verrassend derde. Hoewel een aantal spelers van dat team de overstap naar het nationale team intussen heeft gemaakt, is helaas nog geen enkele van hen internationaal echt doorgebroken.

Hopen op een wonder
Volle tribunes bij Hongarije-Nederland in 2011
Voor degenen die Dinsdag voor de buis of aan de radio zitten: u kunt rekenen op een zeer gepassioneerd publiek in Boedapest, allemaal mensen die bijna wanhopig wachten op het grote wonder: dat Hongarije zich eindelijk weer eens plaatst voor een groot toernooi. Ik gun het ze het van harte, maar ik zie het ook dit keer niet gebeuren. Wonderen voltrekken zich zelden zomaar, zeker niet in het hedendaagse voetbal. Voor de wederopstanding van het Hongaarse voetbal is visie, beleid en een lange adem nodig. Misschien dat Hongarije zich dan de komende decennia weer eens weet te plaatsen.

06 april 2012

Vrolijk pasen Hungarian style

Nog even en het is weer pasen. Na Kerstmis dat andere feest waarop Hongaarse families eropuit trekken om de rest van de familie weer eens te zien. En dat is, met name op het platteland goed te merken. Op de weg verschijnen plotseling allerlei volgeladen Lada’s, Wartburgs en Suzuki Swifts die de rest van het jaar – gelukkig maar – een vaste plek in de garage hebben. De bestuurders missen duidelijk routine en de meer geroutineerde weggebruikers moeten regelmatig vol in de ankers als er weer zo’n vehikel met 60 km op een provinciale weg rijdt of plotseling een kruising oprijdt.

De meer traditionele manier
Met name op paasmaandag is het een drukte van belang. Dat is traditioneel de dag dat Hongaarse mannen (jongens) aanbellen bij huizen waar jongedames wonen, een gedichtje opzeggen en vervolgens de dames in kwestie met – veelal goedkope – eau de cologne besprenkelen. U kunt wel nagaan welk een genot dit is na de vijfde besproeiing. Alle ramen moeten open om de lucht leefbaar te houden. Maar voor de dames het is nog altijd beter dan enkele decennia geleden, toen ze nog volle emmers water over zich heen kregen. Tegenwoordig wordt nog wel gebruik gemaakt van de sodafles.

Op paasmaandag zult u met name in de dorpen veel mannen in slecht passende pakken (’op z’n paasbest’) door de straten zien lopen. Later op de dag zie je ze steeds vaker waggelen of in de berm liggen slapen, want in veel gevallen worden de heren voor hun bezoek beloond met een glas pálinka (Hongaarse brandewijn) en dat wil wel eens uit de hand lopen. Voor de kleinere gasten is er traditioneel een rood ei, alhoewel chocolade-eieren tegenwoordig geliefder zijn. Maandag wordt trouwens door zeer veel Hongaren gebruikt om er op uit te trekken. Om het nuttige en het aangename te verenigen betekent dit in de meeste gevallen picnic pal naast de auto.

Paasdis: ham, eieren, kalács
Zoals zo vaak staat het eten ook op pasen centraal. Het belangrijkste ingredient voor pasen is de ham. Al weken voor pasen liggen en hangen de winkels vol met grote hammen, die op paaszondag en –maandag worden verorberd, veelal met mierikswortel. De ham heeft de in de laatste decennia de traditionele rol van het lamsvlees overgenomen. Daarnaast komen er vaak nog veel andere soorten vlees op tafel. Populair zijn schenkel (in het Duits ’eisbein’ en Hongaars: ’csülök’) en gedroogde worst. En eieren natuurlijk. Tot de paasdis behoort tenslotte zoet brood ('kalács' genaamd).

Kunstwerken op ei
Wat eieren aangaat, uiteraard spelen deze ook hier een belangrijke rol. Eieren verstoppen gebeurt hier niet. Eieren verfen wel, sterker nog: op het platteland worden prachtige kunstwerken gemaakt van eieren. Ze worden gesneden en in sommige gevallen zelfs met metaal beslagen.






Rondgang op paaszaterdag
Vanzelfsprekend gaan veel mensen met pasen naar de kerk. De mis op zaterdagavond is het imposantst. Aan het einde van de mis, die aan het begin van de avond plaatsvindt, maken de aanwezigen wordt er zwijgend een rondgang rond de kerk, om zo het overlijden van Jezus te gedenken.




Wij zijn er klaar voor. We doen het met ons dochtertje half Nederlands (dus met eieren zoeken, vorige week ook al bij de ambassade) en half Hongaars (dus met familiebezoek en veel ’husika’ – vlees, maar zonder parfumspuiten) Tot na pasen.

24 februari 2012

Alledaags Hongaars eten - gevulde kool

Ik mag hier dan bijna twintig jaar wonen, het is nooit te laat om nieuwe dingen te leren. Ik heb me het laatste jaar dan ook wat meer toegelegd op het koken van Hongaarse gerechten. Ik kookte altijd al graag, maar in de meeste gevallen beperkte ik mij tot dingen die ik in Nederland ook at: pasta, indonesisch en dat soort werk. Ik hield wel van Hongaars eten, erg veel zelfs, maar het was voor mij voldoende als ik het af en toe eens at, meestal bij familie of - buiten Boedapest - in een restaurant. Daar wilde ik eens wat aan veranderen.


Dat is het dan!
Deze week heb ik dus voor het eerst gevulde kool (töltött káposzta) gemaakt. Deze klassieker staat vrijwel zeker tussen de vijf meest gegeten gerechten van Hongarije. Het komt bij vrijwel alle Hongaren op tafel tijdens de kerstdagen (zie mijn eerder blogartikel over kerst) en een Hongaarse bruiloft is geen bruiloft zonder deze evergreen. In het laatste geval wordt het na middernacht opgediend om de grote hoeveelheden geconsumeerde alcohol wat te neutralizeren. Ik had het in de loop van de jaren al honderden keren gegeten, maar nog nooit gemaakt. 

De bijbel van Rézi néni
Het recept
Ik pakte er derhalve het klassieke kookboek 'de echte Hongaarse keuken' er maar eens bij. Het had jarenlang vrijwel ongebruikt op de boekenplank staan verstoffen. Uiteraard kan je ook het internet opgaan, maar dan kom je altijd allerlei vreemde versies tegen (met ananas of andere perverse ingredienten) en ik wilde de echte. En waar kun je die beter vinden dan in deze in 1913 door 'Rézi néni' (oma, tante of mevrouw Rézi, maar in ieder een oudere en zeer ervaren dame) geschreven bijbel van de Hongaarse keuken?

Mijn eerste gevulde kool
Hieronder derhalve een beschrijving van mijn eerste gevulde kool. Ik moet zeggen dat ik niet ontevreden was over het resultaat. Met uitzondering van de hoeveelheid dan. Het was uiteraard veel te veel. En dan moet je nagaan dat Rézi néni nog grotere hoeveelheden aangeeft in haar boek. Ik neem echter aan dat haar familie wat groter is dan de onze. Van haar hoeveelheden kan naar mijn schatting 15 man gemakkelijk eten. Maar goed, het schijnt dat gevulde kool nog lekkerder wordt als hij een paar dagen gestaan heeft.

De ingredienten
 Basis voor de gevulde kool is zure kool, zuurkool, gehakt en rijst. Je hebt ook nog een ei, een grote ui en zure room en wat paprikapoeder nodig. Een paar teentjes uitgeperste knoflook maken het nog lekkerder, maar hoeft niet. 400 gram half-om-half gehakt, één kool en een Senseo kopje normale witte rijst, 500 g zuurkool. De Hongaren zweren bij varkensgehakt, omdat het anders zo droog zou worden, maar HOH gehakt is prima. Neem echter geen rundergehakt want dan wordt het inderdaad erg droog. Wat de kool betreft: op de markt hier kun je bladeren van zure kool kopen dus dat is makkelijk. In Nederland heb ik die echter nog nooit gezien, hetgeen uiteraard niet betekent dat ze niet bestaan. Ik denk dat het ook wel mogelijk is dit recept te maken met ongezuurde koolbladeren, die je na ze van de kool gehaald hebt een tijdje moet koken om ze zacht te maken. Je moet ze later namelijk oprollen. 


De rolletjes
Snipper de ui. Meng het gehakt met de rijst, de helft van de ui en het ei. Kruid het flink met peper, zout en gemalen kruidnagel. Maak dan rolletjes van zo'n 7-8 cm breed en 2-3 cm in doorsnee. Als je grotere bladeren hebt is het raadzaam eerst de nerven eruit te snijden. Gebruik de laatste 5 cm van de kool om de einden van de rolletjes dicht te vouwen.

Koken
Doe zuurkool en de rolletjes in lagen in een grote pan. Vul de pan met water tot de kool juist onder is. Als de bladeren van zure kool zijn is het waarschijnlijk beter om de zuurkool eerst even in het water te spoelen om het minder zuur te maken, maar in als je gewone kool is is het juist wel goed als de zuurkool zuur blijft. Kook het geheel ongeveer twee uur op een laag vuur met de deksel erop. Haal dan je pan van het vuur, haal de rolletjes eruit, en leg die op een schaal, maar laat het water en de zuurkool staan

De finale
Nu volgt de onvermijdelijke rántás. Rántás is zo ongeveer de meest elementaire 'kunst' van de Hongaarse keuken en wordt in heel veel gerechten toegepast Het doel is indikken van vloeibare substanties, in dit geval het sop van de kool.. Moeilijk is het niet. Over het algemeen doe je wat vet (een paar centiliter, bijvoorbeeld slaolie of zonnebloemolie) in een steelpannetje. Verwarm het en voeg al roerend bloem toe, tot het een dikke substantie wordt, haal van het vuur, voeg paprikapoeder toe en roer dat er door. In dit geval is rántás echter op basis van ui, hetgeen betekent dat je eerst de andere helft van de ui moet fruiten in ruime olie, en dan pas de bloem (en op het laatst de paprikapoeder) erdoor moet mengen. De rántás-proces is compleet als je het mengsel langzaam en al roerend in de pan met het water (in in dit geval zuurkool) doet en blijft roeren. Na een tijdje begint het water met de zuurkool in te dikken. Belangrijk is dat het temperatuur van de rántás en het water niet te groot is, want anders gaat het klonteren. 

Op een festival
Het consumeren
Giet nu de ingedikte saus over de rolletjes en dien op met zure room. Hongaren eten er meestal brood naast. Ik hoop dat ik iemand heb kunnen aanmoedigen het eens te proberen. Mocht er iets niet duidelijk zijn: er staan op internet talloze recepten voor gevulde kool, ook in het Nederlands. Hou hierbij wel rekening dat hét recept voor gevulde kool niet bestaat. Elke regio, elk dorp en elke familie zweert bij zijn eigen recept. En voor hen die eens met eigen ogen willen zien hoeveel verschillende manieren om gevulde kool te maken er zijn is er het gevulde kool festivals. Bijvoorbeeld in Oktober in het plaatsje Szarvas in de buurt van Békéscsaba.

03 februari 2012

Vaarwel Malév!

Malév Boeing boven de Donau tijdens een luchtvaartshow
Malév, de Hongaarse nationale luchtvaartmaatschappij, is failliet. Sinds vanmorgen stijgen er geen Malév vliegtuigen meer op vanaf het vliegveld Ferenc Liszt van Boedapest. Een vreemd gevoel. Hoewel ik de laatste jaren meestal voor prijsvechters koos, was het toch altijd een beetje thuiskomen als je na een buitenlandse trip instapte in een Malév machine en weer in het Hongaars welkom werd geheten.


Een Malév Boeing 737 op Schiphol

09 januari 2012

Zie de europese top voor nop op EK in Boedapest

Dit weekend werd hier in Boedapest dus het EK schaatsen verreden (zie eerder blogartikel). Er werd vrij veel publiciteit gegeven aan dit evenement. Sommige races werden zelfs rechtstreeks uitgezonden op de hongaarse TV. Derhalve kwamen veel inwoners van de hoofdstad eventjes kijken naar dit vreemde schouwspel en de oranje menigte op hun fraaie nationale ijsbaan. Betalen was niet nodig, dat deden alleen de Nederlandse en andere uit het buitenland aangereisde fans. Vanaf verscheidene plekken rond de ijsbaan had je vrij - en misschien wel het beste - zicht op de wedstrijden. De onderstaande foto's zijn gewoon vanaf de straat gemaakt.

Vroege rit 1500m

03 januari 2012

EK Schaatsen in Boedapest - EK wat?

WK 2001 Boedapest (source MTI)
Omdat hier de Europese kampioenschappen allround plaatsvinden zijn deze dagen de ogen van vele Nederlandse schaatsliefhebbers gericht op – of all places – Boedapest. Hier moet een sterk staaltje van sportdiplomatie aan voorafgegaan zijn. Met alle respekt voor de handvol langebaanschaatsers die dit land telt, de werkelijkheid is dat de sport in Hongarije niet veel voorstelt. Eenmaal in de vier jaar, bij de olympische winterspelen, worden de laatste 20 meter van de winnaars van de afstand getoond in het blokje ’sport kort’ en dat was het dan wel. Alhoewel de Hongaarse schaatsbond al sinds het einde van de 19de eeuw bestaat heeft het land maar weinig grote schaatsers voorgebracht. De enige echte Hongaarse wereldkampioen heet Kornél Pajor. Hij werd in 1949 wereldkampioen in Oslo maar besloot daarna niet meer terug te keren naar het toen zeer stalinistische land. De nog altijd kwieke man is intussen 88 en was deze week terug in Boedapest om de gerenoveerde baan te openen. Waarschijnlijk de bekendste schaatsster die Hongarije heeft voorgebracht is oud europees, wereld- en olympisch kampioene Emese Hunyadi, die helaas voor Oostenrijk uitkwam. Velen zullen zich wellicht herinneren hoe goed zij ook bleek te zijn in het achteruit schaatsen tijdens de ereronde.

22 december 2011

Kerstmis in Hongarije: eten, eten, eten en drinken


Hoera, het is weer bijna kerstmis! Ook in Hongarije hét familiefeest bij uitstek, de tijd wanneer men kado’s voor elkaar koopt, natuurlijk maar bovenal een tijd van heel veel eten. Terwijl ik dit stukje schrijf eet ik mijn eerste bejgli van dit jaar. Bejgli is hét traditionele gebak voor de kersttijd, en wordt alleen in deze tijd gegeten. Een bejgli lijkt een beetje op een banketstaaf, maar is een beetje platter, is gerold en de vulling bestaat niet uit amandelspijs, maar uit gemalen maanzaad (mák) of walnoot (dió). Wat het ook gemeen heeft met de banketstaaf is dat het eerste stukje vaak heel lekker is, maar dat het spul je na (en in de meeste geval al tijdens) de kerstdagen.je neus uitkomt. Dit is met name als gevolg van het feit dat de gemaakte hoeveelheid, zoals altijd in Hongarije, veel en veel te groot is. Maar ja, het zal je maar gebeuren dat de familie op bezoek komt en de bejgli op is! (Iets wat in Hongarije nog nooit voorgevallen is). Omdat de helft altijd overblijft is de laatste vraag bij het naar huis gaan is dan ook steevast of we niet nog een stukje bejgli mee willen nemen. Meestal is het antwoord beleefd ’nee dank je wel’, waarbij over de volle maag wordt gevreven wordt. Thuisgekomen komen we tot de ontdekking dat er stiekum toch nog twee beglistaven  in onze bagage verstopt zijn.